KORTE GESCHIEDENIS VAN BHUTAN
Een nevel van mythes en legendes omhult de vroege geschiedenis van Bhutan. Er zijn archeologische vondsten die zouden aantonen dat het land al in 2000 VC bewoond was door nomadische herders die de Bon-religie aanhingen, een pré-boeddhistische animistische levensbeschouwing.
Volgens de overlevering begon de geschiedenis van Bhutan echter in de 7de eeuw. De Tibetaanse koning Songsten Gampo bouwde toen de 2 eerste boeddhistische tempels van het land: de Jampa-tempel in de vallei van Choekhor (in het Bumthang-district) en de Kyichu Lhakhang nabij Paro, naar het model van de Jokhang Tempel in Lhasa.
Ongeveer een eeuw later kwam Padmasambhava (of Guru Rinpoche). Hij is een van de belangrijkste personen uit de geschiedenis van Bhutan. Doorheen het hele land onderwierp hij de lokale geesten aan het boeddhisme. Overal in het land komt men tempels tegen waar bijvoorbeeld een haar of een voetafdruk van Guru Rinpoche wordt vereerd. Zijn bekendste wapenfeit is ongetwijfeld zijn landing op de rug van een tijger in de vallei van Paro. Op die plek werd later het imposante Taktsang-klooster of Tigers Nest gebouwd.
In de loop van de 12de eeuw kreeg de de Drukpa Kagyupa-sekte van het Tibetaanse boeddhisme voet aan grond in Bhutan en tot heden is dit nog altijd de overheersende boeddhistische stroming in het boeddhisme van Bhutan.
In de 17de eeuw slaagde Ngawang Namgyal er in geheel Bhutan onder zijn leiding te verenigen. Deze abt van een Tibetaans klooster die uit Tibet was moeten vluchten, had een groot moreel gezag en hij gaf het land zijn naam: Druk Yul (het land van de Draak). Overal in het land bouwde hij dzongs, (kloosterburchten). Deze fungeerden zowel als centrum van de wereldlijke macht als als boeddhistische tempel. Momenteel zijn de dzongs zowat de belangrijkste bezienswaardigheden in Bhutan. Na zijn overlijden viel het land ten prooi aan een voortdurende machtsstrijd tussen de verschillende landheren.
Pas in 1907 (onder druk van de Britten) werd een koning aangesteld: Ugyen Wangchuk. Zijn nazaten leveren ook nu nog altijd de koningen van Bhutan. Bhutan werd een soort Brits protectoraat, met ruime binnenlandse bevoegdheden, maar met een buitenlandse politiek die volledig gedomineerd werd vanuit India door Groot Brittanië.
Na de Indische onafhankelijkheid sloten India en Bhutan in 1949 een verdrag dat deze bestaande toestand eigenlijk gewoon verder zette. Bhutan bleef een gesloten land waarvan de buitenlandse politiek grotendeels door India werd bepaald.
Door de agressieve Chinese politiek in Tibet en de schrik dat ook Bhutan aan annexatie ten prooi zou vallen, werd sinds de jaren 50 een meer open koers gevaren en werd toenadering gezocht bij andere Aziatische landen. Leger, infrastructuur en onderwijs werden in een versneld tempo ontwikkeld Bhutan werd in 1971 zelfs lid van de Verenigde Naties.
Bhutan blijft echter een absolute monarchie, sinds 2008 geleid door koning Jigme Khesar Namgyel Wangchuk. Hij is de vijfde koning uit de Wangchukdynastie en is nog vrij jong (geboren 1980). Hij zet de politiek van zijn voorgangers waarbij Bhutan een zeer exclusief karakter heeft en waarbij vrijwel alleen Bhutanezen toestemming krijgen om permanent in het land te wonen, onverminderd voort. Sinds 1998 is de koning echter niet langer de leider van de regering. Er is nu een Eerste Minister die in grote lijnen de politiek mee bepaalt. De Tshogdu (het Parlement) telt bovendien ook zo’n 100 democratisch gekozen leden. De koning en de religieuze leiders benoemen echter ook nog een vijftigtal parlementsleden.
Bhutan kwam de jongste jaren ook politiek meer en meer in de belangstelling van de wereldpers. Het concept van Bruto Nationaal Geluk werd opgepikt door een aantal vooraanstaande economen en wetenschappers. En ook in de hele discussie rond de klimaatverandering speelt Bhutan een vooraanstaande rol: het is immers het enige land ter wereld dat carbonnegatief is.
In België stond Bhutan in de schijnwerpers dankzij een prettig gestoord tv-programma van de televisiemaker Tom Waes.
Je kan de aflevering hier herbekijken