DE PASHMINA GEITEN VAN DE CHANGPA
Op meer dan 4000m hoog in de Indische Himalaya koesteren enkele diepblauw gekleurde meren zich tegen witbesneeuwde Himalayapieken. Tibet is niet veraf en het behoeft dan ook geen verwondering dat dit uitgestrekte hoogplateau bevolkt worden door nomadische bewoners van Tibetaanse oorsprong.
De Changpa (letterlijk: de bewoners van het Noorden) trekken al eeuwenlang met hun kuddes yaks, geiten en schapen over het plateau en proberen er een karig bestaan op te bouwen. De omstandigheden zijn bar: in de winter daalt de temperatuur er vaak tot -30°C. Tijdens de korte zomerperiode slaan de (semi)nomaden hun traditionele yakharen tenten op nabij de meren van Tsokar en Tsomoriri. Hun kuddes delen het plateau met talloze kyang (wilde ezels) en grappige marmotten.
Al eeuwenlang hoeden de Changpa de bekende Pashmina-geiten die de wol leveren voor talloze sjaals, dekens en stoffen. Wie door de bazaars in Leh, Srinagar of Kathmandu wandelt, wordt overspoeld met allerhande pashmina-items. De echte Pashmina-wol van hoge kwaliteit vind je echter nog op weinig plaatsen o.m. bij de Changpa in Ladakh. Echte Pashmina is niet goedkoop: jaarlijks wordt er immers maar een 40.000 kg wol geproduceerd.