Hij richtte tientallen kloosters op in Tibet, Spiti, Zanskar en Ladakh. Het verhaal wil dat hij op een dag zelfs 3 kloosters tegelijkertijd oprichtte. Overal in de Himalaya komt men dan ook verwijzingen tegen naar deze grote boeddhistische leermeester.
Rinchen Zangpo werd geboren als Rinchen Bhangpyu omstreeks 958 op de grens van West Tibet en Kinnaur (in het huidige Himachal Pradesh). De jongen leerde snel want reeds op tweejarige leeftijd kon hij de Tibetaanse schrifttekens onderscheiden. Rond zijn twintigste werd hij tot monnik gewijd en nam de naam aan van zijn leraar Legbey Zangpo.
Hij reisde naar Kashmir en naar de oostelijke delen van India waar hij van verschillende boeddhistische schriftgeleerden les kreeg. Toen hij rond 990 terugkeerde naar de westelijke Himalaya stond hij reeds in hoog aanzien en werd de persoonlijke lama van de koninklijke familie die Ladakh, Spiti en West-Tibet bestuurde.
Rinchen Zangpo ergerde zich aan de soms gebrekkige vertaling van boeddhistische teksten uit het Sanskriet en maakte er een erezaak van om de soetra’s naar het Tibetaans te vertalen en te introduceren in Tibet. Op deze manier zorgde hij ervoor dat de heilige teksten bewaard bleven nadat de islamitische Moghulvorsten India in de 12de eeuw waren binnengevallen en veel hadden vernietigd.