Uttarakhand bestaat uit 2 grote districten Kumaon en Gharwal, prachtige berggebieden met uitgebreide wandelmogelijkheden ‘off the beaten track’. Het is in Uttarakhand dat de heilige Ganges ontspringt, de rivier die het leven in India grotendeels bepaalt, de rivier die geeft en neemt.
Een tiental jaar geleden was ik samen met een vriend eind oktober op zoek naar ‘iets anders’ dan een trekking in Nepal. Een Indische kennis suggereerde toen de Gharwal Himal. Toegegeven, we moesten er even een kaart en trekkingsgids bij nemen, maar het leek in elk geval een mooi en minder bekend alternatief voor een sportieve trekking. De keuze viel op een tocht van een kleine week naar de Bronnen van de Ganges, langs een hindoe-pelgrimsroute. Kwestie van sportief plezier te combineren met een snuifje couleur locale.
Naar de Bronnen van de Ganges
Vanuit Rishikesh, ooit de pleisterplaats van enkele bekende jongens uit Liverpool, ging het langs een slingerend traject per jeep de bergen in tot het stadje Uttarkashi, de laatste echte stad voor het heiligdom van Gangotri. Tientallen pelgrims verdrongen zich rond de belangrijke Shiva-tempel en maakten zich klaar voor de tocht naar Gaumukh, de plek waar het water van de Ganges uit een immense gletsjer komt.
In onze westerse trekkingskledij voelden we ons lichtelijk belachelijk: Indische oma’s maakten zich klaar om ingeduffeld met enkele sjaals en op slippers de tocht aan te vatten, kinderen liepen joelend door het dorp op lichte sportpantoffels,…
Vergezeld van enkele dragers trokken we in een tweetal dagen naar Gaumukh: eerst door pijnbossen, maar al snel door een woest en ongerept berglandschap. Bij aankomst sloegen we het kamp op op enkele minuutjes stappen van de gletsjer en werden onmiddellijk geconfronteerd met de pelgrims die een ‘dipje’ namen in het ijskoude water dat uit de ‘Koeienmuil’ gutste.